De bergen achter ons richting kust volgen we het spoor van
de Lewis & Clark expeditie van 1803-1806, die een mijlpaal was in de
geschiedenis van noordwestelijk amerika. Nadat eerder in 1776 de amerikaanse
onafhankelijkheid was ondertekend, gaf president Jefferson opdracht om een
westelijke verbinding met de Pacific Ocean te onderzoeken via o.a. de Missouri
en Columbia River. Na een tocht van 6500 km over 18 maanden bereikte het “Corps
of Discovery” de oceaan aan Cape Disappointment.
Remember
Sacagawea, de indiaanse metgezel van een canadese jager die als tolk en
onderhandelaarster mee met Lewis & Clark de deuren openden voor een
vrijgeleide van het blanke ras. Het was ‘letterlijk’ de start van de
verwesterlijking van dit deel van de wereldbol, met in de slipstream de goldrush,
de huifkarren, de spoorweg en de cowboys, Old Shatterhand-gewijs door Winnetou
land. Met alle gevolgen vandien.
Het is goed af en toe de speech van Chief Seattle aan de
blanke invaders te herlezen, om te beseffen tot wat de arrogantie &
suprematie van het blanke ras t.o.v. de native people heeft geleid…en nog altijd verder gedijt.
Toespraak Chief Seattle 1854
“Het grote Opperhoofd in Washington heeft
gesproken: hij wenst ons land te kopen… Hoe kan je de lucht, de warmte van het
land kopen of verkopen? Dat is voor ons moeilijk te bedenken. Als wij de
prikkeling van de lucht en het kabbelen van het water niet kunnen bezitten, hoe
kunt u het van ons kopen? Elk stuk van dit land is heilig voor mijn volk.
Iedere spar die glanst in de zon, elk zandstrand, elke nevel in de donkere
bossen, elke open plek, elke zoemende bij is heilig in de gedachten en de herinneringen
van mijn volk. Het sap dat in de boom opstijgt, draagt de herinnering aan de
rode man. Wij zijn een deel van de aarde en de aarde is een deel van ons.
We weten dat de blanke man onze manier van leven niet
begrijpt. Voor hem is het ene stuk grond gelijk aan het andere. Want hij is een
vreemde, die in de nacht komt en van het land neemt wat hij nodig heeft. De
aarde is niet zijn broeder, maar zijn vijand. En als hij die veroverd heeft,
trekt hij verder. Hij trekt er zich niks van aan. Hij vergeet het graf van zijn
vader en het erfdeel van zijn kinderen. Hij behandelt zijn moeder – de aarde –
en zijn broeder – de lucht – als koopwaar, die hij kan uitbuiten en weer
verkopen als goedkope bonte kralen. Zijn honger zal de aarde oorkaal vreten en
slechts een woestijn achterlaten…Als we besluiten het aanbod te aanvaarden, wil
ik één voorwaarde stellen: de blanke man moet de dieren van dit land beschouwen
als zijn broeders. Ik ben maar een wilde en ik begrijp het niet. Ik zag
duizenden rottende bizons in de prairie, achtergelaten door de blanke man die
ze neerschoot vanuit een rijdende trein. Ik ben maar een wilde en ik kan niet
begrijpen hoe het rokende ijzeren paard belangrijker kan zijn dan de bizon, die
we alleen maar doden om in leven te blijven. Wat is de mens zonder dieren?
Als alle dieren weg zijn zal de mens sterven aan een
gevoel van grote eenzaamheid. Wat gebeurt met de dieren gebeurt spoedig met de
mens. Alle dingen hangen samen. Wat er met de aarde gebeurt, gebeurt met de
kinderen van de aarde. U moet uw kinderen leren dat de grond onder hun voeten
de as van onze grootvaders is. Leer ze eerbied voor de aarde, vertel uw
kinderen dat de aarde vervuld is van de levens van onze voorouders: dat de
aarde onze moeder is. Wat er gebeurt met de aarde, gebeurt met de kinderen van
de aarde.
Maar we zullen uw aanbod overwegen, want we weten
dat – als we niet verkopen – de blanke man met zijn geweren komt en ons met
geweld het land afneemt. We zijn slechts primitieven en de blanke man – die nu
nog meent dat hij sterk is – denkt dat hij een god is en de hele aarde bezit.
Hoe kan een mens zijn moeder bezitten?
Ook de blanke man zal ten onder gaan,
misschien nog eerder dan alle andere stammen. Bevuil uw legerstede en u zult
bezwijken aan uw eigen vuil. Maar in uw ondergang zult u vurig branden,
aangestoken door de macht van de God, die u naar dit land gebracht heeft en u
de heerschappij heeft gegeven over dit land en over de rode man. Dat
noodlottige einde is voor ons een geheim, want we begrijpen niet waarom de bizons
afgeslacht zijn, de wilde paarden getemd zijn, waarom de verste hoeken van het
woud stinken naar de lucht van vele mannen en het rijpe koren op de heuvels
overdekt is met praatdraden. Waar is het struikgewas? Verdwenen. Waar is de
adelaar? Verdwenen. Wat betekent het, afscheid te nemen van de snelle pony en
de jacht? Het einde van het leven en het begin van de ondergang…
Als de laatste rode man verdwenen zal zijn van deze aarde
en als de herinnering aan hem nog slechts de schaduw is van een wolk boven de
prairie, dan nog zullen deze stranden en bossen bewoond worden door de geesten
van mijn volk. Want ze hebben dit land lief, zoals de pasgeborene de harteklop
van zijn moeder liefheeft
We zijn in Tsunami- gebied aangeland, met langs de wegen en op
elke campground de evacuatie-routes aangeduid om naar hoger gelegen gebied te
vluchten in geval van aardbeving en tsunami. Ik laat me vertellen door de
parkranger dat het 300 jaar geleden is, dat er een tsunami geweest is.
Naast andere waarschuwingen voor ongewenste bezoekers (als
je etensresten buiten laat) zoals raccoons en beren is dit wel wennen voor ons
Noordzeelanders. Zo anders dan wat wij onder “strand” verstaan, zijn de beaches
van Oregon en Washington pareltjes van natuurpracht en kracht. Een strandwandeling
gisteren leverde een “strange encouter”
op met het kadaver van een Gray Whale die hier in mei aanspoelde. Nu na 4 maand
rest enkel het skelet met gelooide huid, uitstekende beenderen en een vleug van
stank . En vandaag verder noordelijk bij Westport het kadaver van een zeehond
bij een zandstrand met duinen die zo import Zeeland zouden kunnen zijn.